Fauvisme
Fauvisme was een invloedrijke kunstbeweging die ontstond aan het begin van de 20e eeuw, voornamelijk in Frankrijk. De term “fauvisme” is afgeleid van het Franse woord “les fauves”, wat “de wilde beesten” betekent, en werd voor het eerst gebruikt door kunstcriticus Louis Vauxcelles om de schokkende kleur en spontane stijl van de werken van de kunstenaars te beschrijven.
De Fauvisten, onder leiding van kunstenaars als Henri Matisse, André Derain, en Raoul Dufy, streefden naar een radicale vernieuwing van de traditionele schilderkunst. Ze experimenteerden met het gebruik van heldere, onnatuurlijke kleuren en bold, expressief penseelwerk om emotionele en subjectieve reacties op te roepen.
Een kenmerkend aspect van het fauvisme is het gebruik van kleur als een autonoom element, los van de werkelijkheid. Fauvistische kunstenaars gebruikten vaak niet gebruikelijke kleurcombinaties en overdreven verzadigde tinten om een gevoel van emotie en vitaliteit in hun werken over te brengen. Landschappen, portretten en stillevens werden vaak vereenvoudigd tot essentiële vormen en kleuren, waardoor de nadruk werd gelegd op de expressieve kracht van de schilderkunst.
Het fauvisme wordt ook gekenmerkt door zijn nadruk op spontaniteit en intuïtie. Fauvistische kunstenaars werkten vaak snel en impulsief, zonder zich al te veel zorgen te maken over realistische weergave of technische perfectie. Deze benadering resulteerde in levendige, energieke werken die de kijker uitnodigen om de wereld te zien door de ogen van de kunstenaar, met alle emoties en intensiteit van het moment.
Hoewel het fauvisme als een kortstondige beweging wordt beschouwd, heeft het een blijvende invloed gehad op de moderne kunst. De onconventionele kleurgebruik en de nadruk op expressie zouden een inspiratiebron worden voor latere kunststromingen, zoals het expressionisme en het abstract expressionisme.